nl en de
|

Hoe bestrijd ik eikenprocessierups en buxusrups/ -mot?

Aart Huibers

Accountmanager export
Aart Huibers


De eikenprocessierups (Thaumethopea processionea) is de rups van een nachtvlinder. Op een groot aantal eikenbomen in vrijwel geheel Nederland kan men in de maanden mei, juni en juli behaarde rupsen aantreffen.

Deze rupsen gaan ‘s nachts groepsgewijs - in processie - op zoek naar voedsel (eikenbladeren); vandaar de naam eikenprocessierups. Na contact met de microscopisch kleine, pijlvormige brandharen van deze rups kunnen klachten ontstaan zoals jeuk, huiduitslag, irritatie aan de ogen of aan de luchtwegen.

Buxusmot
Rupsen van de buxusmot brengen grote schade toe aan buxusplanten. Hoe herkent u dat rupsen van de buxusmot uw planten aantasten? En wat kunt u doen om de buxusmot te bestrijden?
 
Hoe herkent u de buxusmot?
De buxusmot is wit, met een bruine rand en heeft een spanwijdte van ongeveer 4 centimeter. Naast deze gewone witte vorm bestaat er een veel zeldzamere, vrijwel geheel bruine vorm.
 
Hoe herkent u de rups?
De jonge rupsjes zijn vuilgeel van kleur en ongeveer 2 millimeter groot. Na enkele dagen krijgen ze bruine lengtestrepen; ze zijn dan ongeveer 5 millimeter groot. Oudere rupsen zijn felgroen met een zwarte kop en krijgen een patroon van zwarte stippen en zwarte en lichte lengtestrepen. De volgroeide rups wordt zo’n 4 centimeter groot.

Start tijdig met bestrijden
Controleer de buxus vanaf het voorjaar op rupsen en begin zo nodig  direct met bestrijding. Omdat er uit de omgeving weer motten kunnen invliegen en opnieuw eitjes kunnen leggen, moet u de hele zomer om de paar weken blijven controleren en zo nodig bestrijden. Als de buxusmot volop aanwezig is in de buurt, dan kost dit veel tijd en aandacht en moet dit ieder jaar weer. 

Xentari het middel waarmee u de eikenprocessierups en buxusrups kunt bestrijden.
 
Het middel is een bacteriepreparaat op basis van sporen en kristallen van Bacillus thuringiensis subspecies Aizawai  (A met een hoofdletter) ter bestrijding van blad etende rupsen van vlinders en motten op diverse gewassen. Het duurt in het algemeen enige dagen voordat de rupsen dood zijn; een vraatstop kan echter vrij spoedig intreden. Van de meeste soorten zijn de jongere rupsen aanmerkelijk gevoeliger dan de oudere.
 
Bij alle toepassingen dient de 1e behandeling dan ook te worden uitgevoerd zodra de jonge rupsen worden waargenomen. De behandeling indien nodig herhalen.
 
Voor het bereiken van een goede bestrijding is het noodzakelijk dat de behandeling wordt uitgevoerd met temperaturen boven de 15 graden Celsius en dat alle plantdelen voldoende met de spuitvloeistof worden bedekt.
 
Het heeft onze aanbeveling eerst een proefbespuiting uit te voeren teneinde na te gaan of het betreffende gewas de behandeling verdraagt.
 
Belangrijk: Bij toepassing tegen rupsen die brandharen vormen (zoals de eikenprocessierups) dient rekening te worden gehouden met ''nesten'' van rupsen van het voorgaande seizoen. Brandharen uit deze nesten kunnen nog lang actief blijven. Voorkom dat door de toepassing brandharen uit nesten in aangrenzende percelen belanden. Houdt daarom bij de wijze van toepassing en het moment van toepassing rekening met windrichting en windsnelheid om verdere verspreiding van brandharen naar de omgeving te voorkomen.